Oude stadsverhalen of urban legends zijn echt mijn cup of tea.
Soms verdwijnen er en soms komen er nieuwe bij, zoals het altijd al geweest is.
Sommige van die vertelsels overleven alle tijden, ook al weet niemand meer waar ze vandaan komen en hoe “waar” ze zijn.
Dat is precies de magie die me zo prikkelt.
Een oude boeiende stad als Gent heeft op dat punt een ongelooflijke schat aan mogelijkheden, en zoals het bij overlevering past, groeien of krimpen verhalen constant . Legendes hebben steeds een embryo van “waar gebeurd” maar zijn uitgegroeid tot een soms nooit verwacht eigen leven.
Het universele besef van vergankelijkheid is ook groot, en daarom zijn verhalen voor mij ook zo belangrijk.
Bij “de Bootjes van Gent” ga ik wel vaker met toeristen en andere gegadigden varen op de mooie wateren in de Gentse kuip.
Als ik dan de verteltoer mag opgaan, dan trek ik ook al mijn registers open.
Dergelijke verhalen kondig ik soms aan met: “ the story goes …”.
Op die paar jaar dat ik nu rondvaar is er al veel veranderd in onze stad.
Er zijn “verdwijningen” , maar ook mooie restauraties en nieuwe creaties.
In een levende stad als Gent gaat dat soms vrij snel.
Soms moet je afscheid nemen van iets dat je al zo lang vertrouwd is, en dat vind ik zelf best moeilijk.
Ik ben nogal nostalgisch aangelegd en een hopeloze romanticus… Tja!
Op een dag zag ik tot mijn verrassing dat de treurwilg over het water aan het Rabot was geveld.
Ik was met die boom -ook door mijn boottochtjes- zo vergroeid dat er als het ware een stukje van mezelf werd weggezaagd.
Ik zag die boom gewoon graag, en was er ook wel vaker gaan onder zitten bij moeilijke of eenzame momenten.
Ik vond er altijd rust.
Door gezondheidsproblemen was ik er een tijd niet geweest maar ik hoorde dat de boom door ouderdom en stormwind gekraakt was.
Daardoor hing hij nog slechts broos hangend over het water...
Een gevaar natuurlijk voor al de mensen in de bootjes die er dagelijks onderdoor varen, waardoor hij verwijderd werd door de groendienst van de stad Gent.
Ik begrijp dat natuurlijk maar voor mij ging er weer een stukje “geschiedenis” verloren.
Ook omdat er in mijn hoofd en hart een verhaal rond de treurwilg was ontstaan dat ik ook met zoveel mensen al had gedeeld.
Soms verdwijnen er en soms komen er nieuwe bij, zoals het altijd al geweest is.
Sommige van die vertelsels overleven alle tijden, ook al weet niemand meer waar ze vandaan komen en hoe “waar” ze zijn.
Dat is precies de magie die me zo prikkelt.
Een oude boeiende stad als Gent heeft op dat punt een ongelooflijke schat aan mogelijkheden, en zoals het bij overlevering past, groeien of krimpen verhalen constant . Legendes hebben steeds een embryo van “waar gebeurd” maar zijn uitgegroeid tot een soms nooit verwacht eigen leven.
Het universele besef van vergankelijkheid is ook groot, en daarom zijn verhalen voor mij ook zo belangrijk.
Bij “de Bootjes van Gent” ga ik wel vaker met toeristen en andere gegadigden varen op de mooie wateren in de Gentse kuip.
Als ik dan de verteltoer mag opgaan, dan trek ik ook al mijn registers open.
Dergelijke verhalen kondig ik soms aan met: “ the story goes …”.
Op die paar jaar dat ik nu rondvaar is er al veel veranderd in onze stad.
Er zijn “verdwijningen” , maar ook mooie restauraties en nieuwe creaties.
In een levende stad als Gent gaat dat soms vrij snel.
Soms moet je afscheid nemen van iets dat je al zo lang vertrouwd is, en dat vind ik zelf best moeilijk.
Ik ben nogal nostalgisch aangelegd en een hopeloze romanticus… Tja!
Op een dag zag ik tot mijn verrassing dat de treurwilg over het water aan het Rabot was geveld.
Ik was met die boom -ook door mijn boottochtjes- zo vergroeid dat er als het ware een stukje van mezelf werd weggezaagd.
Ik zag die boom gewoon graag, en was er ook wel vaker gaan onder zitten bij moeilijke of eenzame momenten.
Ik vond er altijd rust.
Door gezondheidsproblemen was ik er een tijd niet geweest maar ik hoorde dat de boom door ouderdom en stormwind gekraakt was.
Daardoor hing hij nog slechts broos hangend over het water...
Een gevaar natuurlijk voor al de mensen in de bootjes die er dagelijks onderdoor varen, waardoor hij verwijderd werd door de groendienst van de stad Gent.
Ik begrijp dat natuurlijk maar voor mij ging er weer een stukje “geschiedenis” verloren.
Ook omdat er in mijn hoofd en hart een verhaal rond de treurwilg was ontstaan dat ik ook met zoveel mensen al had gedeeld.
Als ode aan ‘mijn’ verdwenen boom wil ik het hier nog een laatste keer vertellen.
‘In de hofhouding van het Prinsenhof was er een graaf wiens gade naar het kraambed was gebracht. Hoewel er geen verwikkelingen verwacht werden bleek het al vlug dat de bevalling een tijdje zou duren. De chirurgijn van dienst had er wel goede ogen in maar had wat problemen met de aanstaande vader. De graaf was hypernerveus en was zeker niet helpend door zijn schichtig over en weer geloop en alle drukte en onrust die hij zo veroorzaakte . De dokter raadde hem aan om naar buiten te gaan , en wat af te koelen door te gaan zwemmen in de Lieve aan Bachtenwalle. Hij stelde de man gerust door een gunstige afloop te verzekeren, zeker als alles in de nodige rust kon verlopen. Hij zou ook onmiddellijk iemand sturen als het kindje geboren was. De graaf deed gedwee wat hem was aangeraden, en met de gebruikelijke entourage ging hij zwemmen aan het Rabot. Toen hij onder de treurwilg doorzwom fluisterde hij stilletjes de gevleugelde woorden: “ Edele treurwilg, verhoor mijn bede: ik wil niet treuren maar juichen… ik wil zo graag een zoon! “ Op hetzelfde moment kwam een bode spoorslags aangereden met de melding dat de graaf vader was geworden van een flinke zoon. Sindsdien zegt men dat al wie onder de treurwilg doorgaat een wens mag doen die altijd uitkomt. Het moet wel in stilte gebeuren en je mag niemand deelachtig maken aan je wens.’
|
Hoewel sommigen in mijn boot aanvankelijk het verhaal wat glimlachend weggniffelden, was het toch altijd heel stil in mijn bootje toen ik de motor in sluimerstand bracht en zachtjes onder de boom door gleed.
En soms vroeg iemand of ik op de terugweg nog eens onder de boom door kon gaan omdat het bij de eerste keer niet gelukt was om een wens te doen.
Jonge kinderen knepen soms in stilte hun ogen dicht bij hun wens maar konden zich nadien niet houden en vertelden enthousiast en luidop hun wens (meestal rond dat ene stuk speelgoed) aan hun ouders en al wie het horen wilde, misschien in de hoop dat Sinterklaas ergens in de boom zat mee te luisteren.
Meestal zorgde het ook voor een beetje verbondenheid tussen de mensen in de boot.
Je voelde dat ze nadien meer met mekaar begonnen te babbelen.
Op andere keren, als er veel koppeltjes in de boot zaten, vertelde ik dat als mensen mekaar een zoen gaven onder de boom , ze de kans vergrootten altijd bij elkaar te blijven.
Dat leidde soms tot mooie omhelzingen, maar soms ook tot wat onwennige verstarring met een wat krampachtige glimlach van ‘beide partijen’... Oesje!
En éénmaal was het echt grappig bij een familietocht waarbij een gouden bruiloft werd gevierd.
De knap grijzende oudere gevierde echtgenoot liet zich spontaan- wat ongelukkig - ontvallen: “ ja zeg, moet ik dat dan nog eens vijftig jaar volhouden ?” …
Na een korte adembenemende stilte in de boot waarbij iedereen naar de “bruid” keek, gaf hij haar een heel innige zoen. Oef!
Op het einde van de boottocht was zij het die me bedankte voor dat blijkbaar mooie moment, met een klinkende klapzoen.
Van de man kreeg ik een leuke samenzweerderige knipoog.
Ik hoopte dat het hen ook wat mooie herinneringsfoto’s zou opleveren, want onder de boom waren op “hun” moment de flitsen niet uit de lucht.
Ik vind het een fijne gedachte dat later misschien bij hun kleinkinderen een speciale foto van hen , maar dus ook van ‘mijn’ nu verdwenen treurwilg op de kast zal staan.
Als je dan nadien zo’n groep mensen tevreden en glimlachend ziet vertrekken, dan weet je waarom je het allemaal doet.
Wie weet... misschien komen we elkaar ooit in onze mooie Arteveldestad eens tegen terwijl ik aan het vertellen ben.
En soms vroeg iemand of ik op de terugweg nog eens onder de boom door kon gaan omdat het bij de eerste keer niet gelukt was om een wens te doen.
Jonge kinderen knepen soms in stilte hun ogen dicht bij hun wens maar konden zich nadien niet houden en vertelden enthousiast en luidop hun wens (meestal rond dat ene stuk speelgoed) aan hun ouders en al wie het horen wilde, misschien in de hoop dat Sinterklaas ergens in de boom zat mee te luisteren.
Meestal zorgde het ook voor een beetje verbondenheid tussen de mensen in de boot.
Je voelde dat ze nadien meer met mekaar begonnen te babbelen.
Op andere keren, als er veel koppeltjes in de boot zaten, vertelde ik dat als mensen mekaar een zoen gaven onder de boom , ze de kans vergrootten altijd bij elkaar te blijven.
Dat leidde soms tot mooie omhelzingen, maar soms ook tot wat onwennige verstarring met een wat krampachtige glimlach van ‘beide partijen’... Oesje!
En éénmaal was het echt grappig bij een familietocht waarbij een gouden bruiloft werd gevierd.
De knap grijzende oudere gevierde echtgenoot liet zich spontaan- wat ongelukkig - ontvallen: “ ja zeg, moet ik dat dan nog eens vijftig jaar volhouden ?” …
Na een korte adembenemende stilte in de boot waarbij iedereen naar de “bruid” keek, gaf hij haar een heel innige zoen. Oef!
Op het einde van de boottocht was zij het die me bedankte voor dat blijkbaar mooie moment, met een klinkende klapzoen.
Van de man kreeg ik een leuke samenzweerderige knipoog.
Ik hoopte dat het hen ook wat mooie herinneringsfoto’s zou opleveren, want onder de boom waren op “hun” moment de flitsen niet uit de lucht.
Ik vind het een fijne gedachte dat later misschien bij hun kleinkinderen een speciale foto van hen , maar dus ook van ‘mijn’ nu verdwenen treurwilg op de kast zal staan.
Als je dan nadien zo’n groep mensen tevreden en glimlachend ziet vertrekken, dan weet je waarom je het allemaal doet.
Wie weet... misschien komen we elkaar ooit in onze mooie Arteveldestad eens tegen terwijl ik aan het vertellen ben.